Paulina Carolina Verheyen werd op 29.10.1888 geboren in St Lenaerts als jongste telg van Franciscus Verheyen en Catharina Stephania Spruyt. Als enige dochter had Paulina nog *** stevige broers.
Het gezin verhuisde naar Rillaar waar vader Verheyen een brouwerij begonnen was. Paulien was een heel sociaal iemand. Ook al behoorde zij toch wel bij de bourgeois klasse, was zij zeer begaan met de mindere klasse en ging ze als weldoenster geld dragen aan de armen. Omdat er toen der tijd weinig straten waren, liep Paulien door de bossen van Rillaar en Hauwaert met haar hondje.
Toen op zondagavond
20.02.1910 Paulina nog niet thuis gekeerd was, werden de ouders heel ongerust. Eén
van de broers is gaan zoeken door de bossen. Onderweg kwam hij het kleine
hondje tegemoet. Het hondje was helemaal overstuur en lokte Alphonsius naar het
plaatsdelict. Paulina lag met haar hoofd in de gracht. Haar geldbeugel was leeg
en lag enkele meters van haar. De jongste broer liep naar de
dokter-burgemeester Valvekens in het dorp. De dokter, veldwachter en gendarmes
van Aarschot en St Joris Winge vonden Paulina gewurgd, verkracht, met een prop van haar mooie foulard gewrongen
in haar keel. Om zich te verzekeren dat het lieve, mooie meisje dood was had de
dader haar haarspeldpunten met een blok doorheen haar neus dwars door haar
hersenen geslagen. Paulina is twintig meters verder gesleurd in het Tienbundersbos.
De gendarmes stelden een worsteling over een twintigtal meters vast. Men vond
talrijke voetafdrukken.
Het dichtst
bijzijnde huis stond op tweehonderd meter van het plaatsdelict. De vijfenzestig
jarige bewoner had bij valavond een geroep gehoord en een blaffend hondje. Hij
dacht eerst aan spelende kinderen in het bos terwijl hij hout aan het rapen
was. Tijdens het onderzoek bevond zich een grote menigte rond het plaatsdelict.
Een verslagenheid bij de bevolking. De gendarmes vonden het geen twijfel dat de
mogelijke moordenaar tussen die menigte zou gestaan hebben…
Alhoewel de dader nooit gevonden werd, gonsde het in Rillaar van tegenstrijdige versies over de moord. Werd de zaak in de doofpot gestopt omdat de dader bekend was en tot eigen kringen behoorde? Of was het een werkman van de brouwerij, verliefd op de dochter van de baas?
Brouwer
Verheyen liet een ijzeren kruis plaatsen op het plaatsdelict. De gebroeders
Victor en Evrard Valvekens namen de brouwerij over. Hertogin Eleonora Van
Arenberg was zo onder de indruk van deze moord op een jonge vrouw uit de betere
kringen dat zij afzag van haar plannen om zelf in het kasteel van Schoonhoven
te komen wonen en het terug openstelde voor religieuzen.
De moord is
nooit opgelost geweest.
Het kruis wordt nog steeds goed onderhouden. Er is een weide genoemd naar Paulien Verheyen op de wandelroute. Tot op heden is er nog geen foto van haar gevonden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten