zaterdag 18 maart 2017

Een plotse liefde



Ik schrok een beetje toen hij voor mijn neus stond. Onverwachts, als een lichtstraal in de duister. Een grote man met blonde haren, blauwe ogen en een glimlach. Ik wist even niet meer waar ik het had. Hij strekte zijn hand uit naar mij; ”Ga je met mij mee dansen? Het is mijn lievelingsplaatje.” Ik kon hem NIET WEERSTAAN. Zijn energie, zijn lichaamsbouw, zijn glimlach en ik voelde me zo onzeker. Ik gaf mijn hand. “Niet bang zijn, het komt goed.” Ik zag alleen nog zijn glimlach, zijn vriendelijkheid. Ik wist niet wat me overkwam en zo plots. Ik bibberde. Ik glimlachte terug en wist totaal niet meer wat zeggen. Hoe begin ik nu aan een trage te dansen? Dat is jaren geleden. Maar de man neemt me voorzichtig vast. Hij nam mijn hand. Mijn hand in zijn hand. Ik wist niet waar ik hem moest vasthouden. Maar het voelde goed aan. “Ben je van hier… Kom je hier dikwijls….” Ik bibberde. Dit kon nu toch niet waar zijn? En de trages waren gedaan en we hadden een leuke avond met zijn vrienden en mijn vrienden tesamen.

Wie had nu ooit gedacht dat ik het mocht beleven wat ECHTE liefde is? Iets wat je niet kent, kan je moeilijk omschrijven. Maar vanaf de dag dat ik hem ontmoette waren we onafscheidelijk. Hij zorgde voor mij. Ik zorgde voor hem. Ik lag in zijn sterke armen. Die geborgenheid. Omringt door een energie van liefde. ’s Avonds studeerde ik in zijn armen. En hij gaf een kusje op mijn hoofd terwijl hij tv keek. Ik zou niet meer ontsnappen aan zijn warme sterke armen. En dan weer, lag hij met zijn hoofd in mijn schoot. Ik streelde door zijn blonde haren. Een kusje op zijn mond. Samen onder een dekentje. Het haardvuur brandde. Kaarslicht verlichtte de woonkamer.

En de tijd verstreek. Hij stelde activiteiten voor zonder te domineren. Een man die nog monogaam was. Een zeldzaamheid. Dan stelde ik dingen voor en we leefden, dag na dag. Week na week. Maand na maand, naar elkaar toe. Onafscheidelijk. We keken naar elkaar en we begrepen elkaar. Hij was een rustig, ingetogen man. Ik vond rust bij hem en hij bewonderde mij in mijn levendigheid. Ik werd rustig van hem. Jaaa, hoe kon het zo gebeuren om toch alsnog een echte liefde te mogen ervaren.
Mensen begrepen niet wat er gebeurden met ons twee. Geluk was van onze beide gezichten leesbaar. Maar dan kregen we de afgunst van derden. De lieve man met sterke imborst, stelde mij gerust, “alles komt goed, we hebben gekozen voor elkaar dan gaan we er voor zonder obstakels.” Ik voelde het geluk. Ik voelde de ware liefde. Wat was ik toch zo graag bij hem. Onafscheidelijk. Onvoorwaardelijke liefde.

En dan plots…… hoorde ik een getoeter. Die stomme wekker kreeg een hoofdkussen. Dan zweeg die direct. Verdomme! Dan heb ik toch gedroomd !


MW

Geen opmerkingen:

Een reactie posten