donderdag 15 augustus 2013

Nachtmerrie 7901

En het geraamte loopt maar achter me aan...
Lopen door het bos, midden in de nacht, zo donker bij de roep van de uil.
Ik hoor zijn botten kneukelen op het bladerenbed, zigzag door de bomen.
Zijn tanden klapperen op elkaar, bijna... ja bijna...

Ik houd even halt, mijn handpalmen steunend op mijn knieën. Mijn adem stoomt als een trein. Moe, ben het helemaal moe geworden, telkens weer opgejaagd te worden als een stuk wild.
Na een paar minuten wil ik me rechtop zetten maar ik hoor de beenderman angstvallig naderen. Zweetdruppels lopen over mijn gezicht. Ik zie een hele dikke eikenboom in het midden van het pad. Daar wil ik me achter verschansen.

Maar plots... staat hij voor me.
"Ik heb je waar ik je hebben wil! Het verhaal loopt hier ten einde! Stoppen zal je, hoor je me? Geen bestaan meer! Ik kom je halen om je in een put te laten begraven!" Het geraamte staat zo voldaan voor mijn neus met zijn armen te zwaaien.

Ik maak even een ommetje om mij door te laten. De knokels van zijn hand houden mijn arm vast.
"Zovlug ben je niet van me af! Rechtstreeks de put in, hoor je me?" Ik trek zijn arm los en zijn vingerkootjes vallen op de grond. Ik loop verder...
Maxiem Weber

Geen opmerkingen:

Een reactie posten