donderdag 11 oktober 2018

De eerste tien seconden




Het was een zonnige koude winterzondag 2011 toen ik met Christiane afgesproken had in de Dorpspomp. Naar alle verwachtingen stapte ik in het rokerslokaal en Christiane zat vol ongeduld te wachten voor onze vriendinnennamiddag. Ik zie op dit eigenmoment nog steeds haar verwonderd gezicht. Zo geschrokken van de schoonheid die ik bij had. Want net achter mij stapte een knappe grote man mee het rokerslokaal binnen. Ik voelde zijn trilling en ik draaide me om. Zijn aangezicht, zijn geur, zijn warmte. De eerste tien seconden kan ik de dag van vandaag steeds niet kwijt. Zijn blauwe ogen. Zijn gestalte. My gosh! Ik was helemaal verkocht.  Ook al had hij een groot litteken in zijn gezicht, ik wilde bij hem zijn. Ik wilde met hem praten. Maar de man bleef wat afzijdig. Spijtig. Hij gedroeg zich als een bodyguard; observeren, er zijn voor geval van, luisteren…..

Zo mysterieus genoot ik van de minuten, uren. De eerste tien seconden werden dieper geraakt. Ik was nieuwsgierig. Ik hoorde zijn diepe stem. Zalig, zo mannelijk, daar hou ik van. Ook de dagen, weken, er na, bleef de trilling mee gaan doorheen mijn gedachten. Ik had me dikwijls afgevraagd of blauwoog gestuurd werd door psycho. Psycho was een jeugdvriend die een pathologisch leugenaar, een psycho  was. Kon ik dat vertrouwen? Kwam de knappe grote man welgemeend naar me toe? Uit werkelijke interesse of onder druk? Het moment was stipt gekozen. Alsof het universum ons tweetjes wilden binden. Mag het? Kon het? Toen ik later de psycho terug ontmoette vertelde ik hem over de knappe man. Maar de psycho bleef neutraal en liet zoals altijd niet in de kaarten kijken. Zelfs tot tegen schaken toe, verschafte hij de verkeerde informatie naar mij toe en naar de knappe man. Jaaa ze kenden elkaar. Na vele maanden vertelde de psycho dat de knappe grote man verongelukt was met zijn moto. Ik rouwde en de psycho troostte me. Ik vond hem niet meer terug. Dan moest de knapperd inderdaad wel verongelukt zijn. Maar op 18 maart 2017 werd me duidelijk dat een motaar die “dood” is, een betekenis is dat die een geliefde heeft. De “dood” wordt geassocieerd met “momenteel niet beschikbaar”. Want zo onverwacht stond de knapperd voor mijn neus. Hij was vermagerd en de grote tijdspanne deed me twijfelen of hij het wel was. Mijn eerste gedachten was een enorme opluchting: “Hij leeft nog, hij is niet dood!” Maar tegegelijkertijd begon Monique beslag te leggen dat ze verliefd was op de knapperd en dat zij die kende? Euhh? Monique legde ineens beslag en stond uitdagend naar hem te kijken. Raar maar waar stond Monique haar liefje naast haar te gapen. Wat een sukkelaar! Monique houdt niet van hem anders hield ze zich niet bezig met de knapperd ….. Die avond liep het helemaal fout. Ik wist niet meer wat te doen. Hij leeft nog, ik was dikker geworden in de tijdspanne en hij magerder. De feiten en dan … geen actie meer. Gesloten gedachten. En het gevoel om hem terug te moeten verliezen aan wereldverleidster Monique en … ik ging lopen. Gemixte gevoelens en wist me even geen raad.

Sindsdien heb ik de knapperd nooit meer gezien. Als hij voor de tweede keer “dood” is dan zal hij naar alle waarschijnlijkheid heel gelukkig zijn met zijn geliefde of ondertussen zijn vrouw.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten