Het was een zonnige koude winterzondag 2011 toen ik met
Christiane afgesproken had in de Dorpspomp. Naar alle verwachtingen stapte ik
in het rokerslokaal en Christiane zat vol ongeduld te wachten voor onze vriendinnennamiddag.
Ik zie op dit eigenmoment nog steeds haar verwonderd gezicht. Zo geschrokken van de
schoonheid die ik bij had. Want net achter mij stapte een knappe grote man mee
het rokerslokaal binnen. Ik voelde zijn trilling en ik draaide me om. Zijn aangezicht,
zijn geur, zijn warmte. De eerste tien seconden kan ik de dag van vandaag
steeds niet kwijt. Zijn blauwe ogen. Zijn gestalte. My gosh! Ik was helemaal
verkocht. Ook al had hij een groot
litteken in zijn gezicht, ik wilde bij hem zijn. Ik wilde met hem praten. Maar de
man bleef wat afzijdig. Spijtig. Hij gedroeg zich als een bodyguard;
observeren, er zijn voor geval van, luisteren…..
Zo mysterieus genoot ik van de minuten, uren. De eerste
tien seconden werden dieper geraakt. Ik was nieuwsgierig. Ik hoorde zijn diepe
stem. Zalig, zo mannelijk, daar hou ik van. Ook de dagen, weken, er na, bleef
de trilling mee gaan doorheen mijn gedachten. Ik had me dikwijls afgevraagd of blauwoog
gestuurd werd door psycho. Psycho was een jeugdvriend die een pathologisch
leugenaar, een psycho was. Kon ik dat
vertrouwen? Kwam de knappe grote man welgemeend naar me toe? Uit werkelijke
interesse of onder druk? Het moment was stipt gekozen. Alsof het universum ons
tweetjes wilden binden. Mag het? Kon het? Toen ik later de psycho terug
ontmoette vertelde ik hem over de knappe man. Maar de psycho bleef neutraal en
liet zoals altijd niet in de kaarten kijken. Zelfs tot tegen schaken toe,
verschafte hij de verkeerde informatie naar mij toe en naar de knappe man. Jaaa
ze kenden elkaar. Na vele maanden vertelde de psycho dat de knappe grote man
verongelukt was met zijn moto. Ik rouwde en de psycho troostte me. Ik vond hem
niet meer terug. Dan moest de knapperd inderdaad wel verongelukt zijn. Maar op
18 maart 2017 werd me duidelijk dat een motaar die “dood” is, een betekenis is
dat die een geliefde heeft. De “dood” wordt geassocieerd met “momenteel niet
beschikbaar”. Want zo onverwacht stond de knapperd voor mijn neus. Hij was
vermagerd en de grote tijdspanne deed me twijfelen of hij het wel was. Mijn eerste
gedachten was een enorme opluchting: “Hij leeft nog, hij is niet dood!” Maar tegegelijkertijd
begon Monique beslag te leggen dat ze verliefd was op de knapperd en dat zij
die kende? Euhh? Monique legde ineens beslag en stond uitdagend naar hem te
kijken. Raar maar waar stond Monique haar liefje naast haar te gapen. Wat een
sukkelaar! Monique houdt niet van hem anders hield ze zich niet bezig met de
knapperd ….. Die avond liep het helemaal fout. Ik wist niet meer wat te doen.
Hij leeft nog, ik was dikker geworden in de tijdspanne en hij magerder. De feiten
en dan … geen actie meer. Gesloten gedachten. En het gevoel om hem terug te
moeten verliezen aan wereldverleidster Monique en … ik ging lopen. Gemixte gevoelens
en wist me even geen raad.
Sindsdien heb ik de knapperd nooit meer gezien. Als hij
voor de tweede keer “dood” is dan zal hij naar alle waarschijnlijkheid heel
gelukkig zijn met zijn geliefde of ondertussen zijn vrouw.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten