Waargebeurd: De badkamer.

                                   

2000. s’ Avonds na een lange dagtaak... Er ligt nog geen vloer in de nieuwbouw. De badkamer situeert zich achteraan in het gebouw. De deuropening met een dikke lap stof bedekt. Leidingen zijn netjes aangesloten en een nieuwe badkamer geplaatst. De verleiding is zo sterk dat Lena een bad wilt nemen. Dit is niet te weerstaan; een nieuwe badkamer geplaatst dat is zeker om uit te proberen. Het raam geblind, de deuren vastgemaakt en de overtollige stroom van warm water loopt in het wit bad. Heerlijk geurende schuim siert de stroming. Handdoek, zeep…. Alles bij de hand. Lena ontkleedt zich en tipt met haar teen doorheen de schuim. Zalig. Ze zeept haar lichaam, spoelt, en wast haar haren. Kaarslicht schijnt doorheen de badkamer….

Een stilte doorheen de nieuwbouw. Lena neemt een duik onder water om haar haren te spoelen. Pok, pok! Lena kijkt verwondert naar het geblind raam. Tok, tok! Het geluid komt van vooraan het gebouw. Lena zit doodstil in het bad. Het bonken van haar hart voelt ze in haar hals.
“Wie kan nu weten dat ik….. wie kan nu zien dat ik hier ben…. Niemand!”
Omdat er geen binnendeuren zijn klinkt alles zo duidelijk en met echo. Riiiinnnnnngggg! Lena is doodsbang. Stilletjes komt ze uit het bad, droogt haar haren af, kleedt zich in haar zwarte kleding. In de donkere woonst speurt ze naar de voorkant van het gebouw. Ze kijkt door de ramen. Niets te zien. Riiinnnnggggg! Riiinnnngggg!

Lena belt een vriend. Fluisterend vertelt ze dat ze bang is. Hij komt eraan, zo zei hij…. Tok, tok!... de drang te groot en ze kon het niet laten….. trekt ze halsoverkop de voordeur open….
In het donker ziet ze aan het begin van haar tuin met de straat, een man staan. Hij kijkt haar aan. Een donkergroen regenpak, een donkergroen vissershoed, het gezicht niet zichtbaar, blijft de man haar aankijken. In de verte hoort Lena een wagen aan komen. De visser begint gaan te lopen. In haar reactie kletst Lena de deur dicht. Autolichten verlichten het huis. De vriend smst van zijn aanwezigheid. Lena opent de deur….

Ze hebben samen met de wagen gezocht naar de vissersman. Er is een vermoeden wie het zou kunnen geweest zijn ….     

MW.

NB: namen zijn fictief gebruikt.