zaterdag 24 mei 2014

Waargebeurd: Het boomkappelleke




Waargebeurd: 1921. Een arm gezin in de Kempen. Omdat de veertiger,  moeder van een dochter, zware gezondheidproblemen kende , besloot de familie om een Mariabeeldje te kopen met de allerlaatste centen die ze hadden. Ze wilden een offer brengen zodat de moeder een beterschap of genezing mocht kennen.  Het arme gezin kocht een Mariabeeldje bij de paters. De lokale schrijnwerker in de straat maakte een houten kapel. Het glas beschermde het beeld tegen regen en wind. Zo werd op de hoek van de straat aan een geknotte eik de kapel bevestigd. Lokale mensen hingen er  papierenbloemen in de meimaand. Dagelijks werden er kaarsen gebrand onderaan op de grond aan de geknotte eik. Wanneer de jaarlijkse processie voorbij kwam, zaten mensen geknield aan de kapel. En één keer per week was er een verzameling van de buurt die gingen bidden aan het Mariabeeld.

De bewoner op de hoek van de straat was gekend als een eenzame nurks te zijn. Hij was totaal niet opgezet van het kapelletje aan de geknotte eik. Laat staan de mensen die er zoveel aandacht aan gaven terwijl hij een eenzaam onbezonnen leven leidde. Hij kon het telkens niet laten om de buurtmensen te pesten, de oogst een handje naar de verkeerde richting te helpen, spullen die verdwenen…
Struiken staan langsheen de straat, een karrespoor dat ’s winters een modderstraat werd met diepe banen waar men tot aan de knie kon inzakken. Uitgefreesd van de gevulde karren die de paarden door het modder moesten trekken...   In de vroege  morgen ging Marie haar kaars laten branden. Haar ogen wijd open, een helse kreet doorsloeg de straat. Mensen op het veld kwamen kijken en het kapelletje was verdwenen!  Verstomd, versteld, aangeslagen, begonnen de mensen te zoeken in het gras en de beken naar het kapelletje. Niets gevonden. Dagen en dagen, weken en weken, maanden en maanden, bleef de geknotte eik in alle eenzaamheid achter op de hoek van de straat. Iedereen mistte het veelvuldig kaarslicht op de hoek, die als richtingwijzer diende tijdens de winteruren.

Bliksem en donder, hagel en regen, de wind toorst tegen de hemenwanden in de Kempische vlakte. Potjes werden opgesteld omdat de regen het lemenhuis insijpelt. De wind huilt. Mensen bidden voor de arme veertiger en het terugvinden van het Mariabeeld. Angst en zweet in het dragen van gebed. De natuurverschijnselen  hun mogen besparen…
In de vroege ochtend, met mand in de hand, gaat Lien naar de kruidenierswinkel. De gefreesde banen tot helemaal bovenaan met water gevuld, stapt ze op de graskant. Op de hoek van de straat, keek ze even opzij en zag het Mariabeeld hangen!  ‘Een mirakel! Een mirakel!’
De buurtbewoners kwamen aangestormd. In volle verbazing en opgelucht keken de mensen het Mariabeeld aan dat met een lege suikerdoos aan de geknotte eik werd vastgemaakt!

Direct werd het Mariabeeld naar de schrijnwerker in de straat gebracht. WEER maakte hij een mooi houten kapelletje rondom het beeldje. Perfect op maat en met de grootste liefde. De mensen konden terug kaarsen branden op de hoek van de straat. Een verlichting in de donkere avonden die een richting aangaf. De veertiger vrouw was aan de betere hand. En de oude nurk? Die was kwaad maar niemand kan een mirakel tegenhouden….

Helaas toen het huis van de nurk verkocht werd, was plots het kapelleke WEER VERDWENEN! het wordt tijd dat die voor de derde keer naar huis komt. Door de dood vorig jaar van een familielid heeft het boomkapelleke een grotere emotionele waarde gekregen. Hiermede een warme oproep om het kapelleke terug te bezorgen zodat het in de familie blijft. Het staat niet ver van ons..... 

Copyright by Maxiem Weber©


Geen opmerkingen:

Een reactie posten